In een wereld die zich steeds meer om het milieu bekommert, is de transitie naar koolstofarme vervoerswijzen uitgegroeid tot een politieke prioriteit. Voornamelijk de snelle ontwikkeling van een netwerk van oplaadpunten is nu van cruciaal belang geworden. Werkgevers spelen een aanzienlijke rol in deze doorbraak. Ze kunnen bijvoorbeeld overwegen om oplaadpunten op hun bedrijfsterrein of bij hun werknemers thuis te installeren. Maar om die sprong te wagen, moeten ze wel de juridische, fiscale en sociale implicaties van deze beslissing begrijpen.
De werkgever die zijn werknemer een (wellicht elektrische of hybride) bedrijfsauto ter beschikking stelt, is niet wettelijk verplicht om laadstations te installeren. Als hij beslist om dat wel te doen, is het van groot belang dat hij de interne overeenkomsten en richtlijnen aanpast aan deze nieuwe situatie. Die documenten moeten informatie bevatten over het gebruik van het oplaadpunt, veiligheidsregels, procedures ingeval van technische problemen, eventuele kosten, aansprakelijkheid bij schade, gebruiksuren en toegangsregelingen. Als de werknemer zijn ontslag neemt of ontslagen wordt, moet de werkgever uiteraard voorzieningen hebben getroffen voor wat er gebeurt met de ter beschikking gestelde apparatuur en abonnementen.
De werkgever kan de installatiekosten van oplaadpunten op zijn bedrijfsterrein voor zijn rekening nemen en zodoende belastingvoordelen genieten, voor zover de toegang tot de oplaadpunten niet uitsluitend wordt voorbehouden aan zijn werknemers. De toegang tot oplaadpunten op het bedrijfsterrein van de werkgever levert geen extra belastbaar voordeel op voor de werknemer die een auto van de zaak gebruikt.
De werkgever kan ook een laadstation bij de werknemer thuis laten installeren. In tegenstelling tot het gebruik van een tankkaart, is het opladen van het voertuig bij de werknemer thuis voor rekening van die werknemer, aangezien het laadstation aangesloten is op zijn eigen netwerk. In deze situatie betaalt de werknemer die een auto van de zaak gebruikt geen extra belasting als de werkgever de kosten van het oplaadstation en de verbruikte elektriciteit voor zijn rekening neemt. Er moet echter cumulatief aan verschillende voorwaarden worden voldaan.
In principe blijft het oplaadpunt eigendom van de werkgever die het geïnstalleerd heeft. Als de werknemer de apparatuur gratis mag houden, vormt dit van jaar tot jaar een degressief belastbaar voordeel voor de werknemer.
De RSZ heeft zich blijkbaar aangesloten bij het standpunt dat de belastingdienst op dit gebied inneemt.
Voordat ze oplaadpunten op hun bedrijfsterrein of bij werknemers thuis installeren, moeten werkgevers duidelijke overeenkomsten en richtlijnen opstellen. Werkgevers moeten hun overeenkomsten bijwerken en specifieke interne richtlijnen uitstippelen voor het gebruik van oplaadpunten om een optimaal en veilig gebruik van die oplaadinfrastructuur te waarborgen.
Nicolas Tancredi – Advocaat-Vennoot – DWMC
Krijg alle updates over onderzoeken en business opportuniteiten!