[vc_row][vc_column width="5/6"][vc_column_text css=".vc_custom_1544784502781{margin-bottom: 0px !important;}"]
In Nederland krijg je als huurder van bedrijfsruimte in 99 van de 100 gevallen een “standaard huurovereenkomst” voorgelegd, die gebaseerd is op een model van de Raad voor Onroerende Zaken. Een uitstekend model: maar wel voornamelijk uitstekend voor de verhuurder. Het model bevat onder andere een verbod op onderverhuur, een beperking van de schadeplicht van de verhuurder wanneer het gebouw gebreken vertoont, een opschortings- en verrekeningsverbod aangaande de huurpenningen, stevige boetebepalingen en de verplichting tot voortdurend, daadwerkelijk gebruik van het gehuurde. Als huurder kun je met goed fatsoen om een aantal aanpassingen vragen die de overeenkomst meer gebalanceerd maken. Wees daarin dus niet te bescheiden!
Het Belgische concept van handelshuur kennen we niet in Nederland. De huur van bedrijfsonroerendgoed in Nederland kent twee varianten: i) huur van middenstandsbedrijfsruimte en ii) huur van kantoorruimte en overige bedrijfsruimte. De huur van Nederlandse middenstandsbedrijfsruimte is op belangrijke punten vergelijkbaar met handelshuur in België. De huurder van middenstandsbedrijfsruimte is – mede vanwege de locatie gebonden goodwill – wettelijk beschermd. Die bescherming kan niet contractueel ongedaan gemaakt worden: een voorbeeld is dat de huurovereenkomst in beginsel voor 5 jaar geldt en daarna desgewenst nog eens met 5 jaar wordt verlengd. Een andere mogelijkheid is om eerst een overeenkomst voor 2 jaar te sluiten. Daarna kunnen huurder en verhuur beslissen om die overeenkomst om te zetten in de voornoemde 2 keer 5 jaar. De contractuele vrijheid is bij kantoorruimte en overige bedrijfsruimte overigens een stuk groter.
In nagenoeg alle “standaard contracten” is opgenomen wat de huurder in het gehuurde gebouw gaat doen. Andere activiteiten dan die in het contract zijn opgenomen, zijn niet toegestaan. Dit is de contractuele bestemming. In nagenoeg alle contracten is het de verantwoordelijkheid van de huurder om na te gaan of het bestemmingsplan – de publiekrechtelijke bestemming dus – aansluit op de contractuele bestemming. Een verschil tussen de beide bestemmingen is mogelijk een groot probleem en komt voor risico van de huurder. Goed controleren dus!
Pas op: een huurovereenkomst komt in beginsel al tot stand als er overeenstemming is tussen de verhuurder en de huurder over de meest essentiële zaken van de huur zoals de prijs, het gehuurde gebouw, de ingangsdatum en de huurtermijn. Het huurcontract is “slechts” de schriftelijke vastlegging van alle huurvoorwaarden met een handtekening van de huurder en verhuurder erop. Tijdens onderhandelingen is het dus zaak om goed vast te leggen dat er pas een huurovereenkomst tot stand komt, als over alle voorwaarden overeenstemming is en alles op papier staat en ondertekend is. Zo raak je niet onbedoeld gebonden aan een huurovereenkomst.
Onder de meeste omstandigheden is de makelaar niet bevoegd om namens de eigenaar een huurovereenkomst te sluiten. Dat moet de eigenaar zelf doen. Voordat u dus die nieuwe inventaris koopt, al dat personeel aanneemt, een Nederlandse vennootschapsstructuur optuigt en de eerste voorraden voor uw Nederlandse vestiging bestelt of de eerste verkoopgesprekken in uw nieuwe bedrijfsruimte plant, moet u zorgen dat de eigenaar zelf de huurovereenkomst ondertekent. Overeenstemming met de makelaar is niet voldoende, daar is de eigenaar in de meeste gevallen niet aan gebonden. Een uitzondering geldt natuurlijk als de makelaar een volmacht heeft van de eigenaar, maar het bewijs daarvan moet u dan wel op papier ontvangen. Aan de andere kant: de taal waarin Nederlanders contracteren is wel nagenoeg hetzelfde als in België! Neem voor vragen contact op met Tristan Schonis, Vastgoedadvocaat bij MannaertsAppels Advocaten in Breda
[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width="1/6"][/vc_column][/vc_row]
We hebben geen aanbevelingen voor dit artikel.
Krijg alle updates over onderzoeken en business opportuniteiten!